ARTdenne(n) est un projet qui fait suite aux nombreux contacts que l’Orangerie, espace d’art contemporain du Centre culturel Sol Pavêye de Bastogne, entretient avec la VZW Boem de Zwalm depuis plusieurs années. Ce projet poursuit des objectifs de transversalités et d’échanges culturels entre deux régions appelées «Ardennes»: Bastogne se situant géographiquement en Ardenne belge et Zwalm dans une région poétiquement appelée «Vlaamse Ardennen» par l’écrivain Omer Wattez. Toutes deux sont vallonnées et boisées et inspirent des artistes passionnés de rencontres et d’échanges, autour du thème «La nature et... les vacances».
Artdenne(n) is een project dat tot stand kwam door de vele contacten die door l'Orangerie;een ruimte voor Hedendaagse Kunst van het cultureel centrum Sol Pavêye te Bastenaken;reeds jarenlang wordt onderhouden met de VZW Boem te Zwalm.Dit project behelst transversaalse objectieven en culturele uitwisselingen tussen de twee streken beiden "Ardennen " genoemd.Bastenaken situeert zich in de Belgische Ardennenen en Zwalm in een streek die poëtisch door de Vlaamse schrijver Omer Wattez omschreven werd als de" Vlaamse Ardennen". Beide streken hebben valleien en bossen en zij inspireren de enthousiaste artiesten om mekaar te ontmoeten en aan uitwisselingen te doen omtrent het thema "La nature et....les vacances-De natuur en.....de vakanties".
Rik Soenen °1962
Ces dernières années, Rik Soenen s’est essentiellement investi dans des séries d’images tirées de son environnement proche. On y voit la réalité telle qu‘elle se présente à nous; des objets banals, panneaux indicateurs, placards publicitaires, antennes paraboliques, prennent une autre signification lorsqu’ils sont peints sur la toile. Le spectateur ignore ces images qui font partie de sa réalité quotidienne, il n’y fait plus attention ou il les trouve laides dans leur banalité. Rik Soenen réhabilite ces objets et offre au spectateur la possibilité de les (re)découvrir. Il réalise le même travail lorsqu’il peint l’homme dans sa vie quotidienne. Ses images sont des instantanés d’une réalité apaisée et émerveillée.
Rik Soenen heeft de laatste jaren voornamelijk aan reeksen gewerkt, waarbij de kunstenaar een thema uit zijn naaste omgeving tot op het bot onderzoekt. Aan de basis ligt het kijken naar de werkelijkheid zoals ze zich presenteert. Zo krijgen banale objecten, bijvoorbeeld uit het straatbeeld zoals verkeersborden, reclame borden, schotelantennes, een andere waardebetekenis wanneer je die vastlegt op doek. De toeschouwer vergeet soms dat hij dergelijke beelden ziet, voornamelijk omdat hij ze verdringt, omdat hij ze door hun banaliteit lelijk vindt, of gewoon omdat hij er niet bij stil staat. Rik Soenen biedt de toeschouwer een andere betekenis en laat de kijker de mogelijkheid om de beelden te herevalueren. Hetzelfde geldt voor het thema van de mens in zijn dagelijkse omgang. Deze beelden kan men beschouwen als bevroren momenten van de werkelijkheid, waar al dan niet een zekere verstilling en verwondering wordt aangeboden. Patrick Merckaert
Damien Deceuninck °1955
C’est une simple carte postale. Elle montre une dame, vue de dos qui regarde la mer. Au verso, une légende: «La côte belge, rêverie dans les dunes». Des dizaines de variantes de cette image existent partout et avec tous les paysages du monde. Quelle est la signification de cette image? La femme ne se montre pas à nous. Est-elle en train de rêvasser... sur sa vie... sur le paysage? Cette image évoque un tableau de Caspar David Friedrich de 1817 «Le promeneur au-dessus d’une mer de brume». Il montre une attitude face au paysage: silencieuse et réservée. D’où vient cette attitude et pourquoi continuons-nous aujourd’hui à reproduire ce stéréotype? Aujourd’hui notre manière contemporaine de mettre l’art dans le paysage a-t-elle un rapport avec cette «rêverie dans les dunes»?
Het is een eenvoudige postkaart. Ze toont een dame, van op de rug gezien, die over de zee uitkijkt. Op de keerzijde staat gedrukt: «Belgische kust, droom in de duinen». Er bestaan tientallen varianten van dit beeld in alle landen en landschappen van de wereld. Wat is de betekenis van dit beeld? De dame toont zich niet aan ons. Is ze aan het mijmeren... over zichzelf?... het landschap? Het beeld is afgeleid van een schilderij van Casper David Friedrich uit 1817, «De wandelaar boven de wolkenzee». Het toont een houding tegenover het landschap: stil en ingetogen uitkijken over de natuur. Van waar komt die houding? En waarom blijven we tot op de dag van vandaag deze «verbeelding» herhalen? Zou de hedendaagse behoefte om kunst in het landschap te plaatsen iets te maken hebben met die «droom in de duinen»? Damien Deceuninck
Jan De Wachter °1960
Dans un monde où le «paraître» est de plus en plus la règle, Jan De Wachter, tranquillement, obstinément, construit une oeuvre à contre courant des images consensuelles et des effets de mode du monde de l’art. Son travail ne se réduit pas à des peintures de natures mortes et de paysages ni à des représentations de modes de vie «authentique» ou «naturelle» (l’artiste dit très bien que «l’authentique» et «le naturel» sont aujourd’hui perdus pour toujours et que nous vivons aujourd’hui dans la «nostalgie de la vraie vie»). Au travers de sa recherche picturale, il nous parle de l’extrême solitude de l’homme contemporain et il veut nous faire ressentir cette solitude. Nourris de philosophie (Nietzsche) et du langage cinématographique du cinéaste Tarkovski, ses dessins, peintures, sculptures et performances dépassent résolument ces cadres philosophique et filmique; ce sont en un sens des témoignages. Toutes ses oeuvres, avec une apparente «belle manière», expriment le malaise de l’homme, ses difficultés à vivre le monde moderne et à se préserver des espaces d’intimité pour ne pas se perdre. L’artiste est le témoin silencieux de ce que nous ne voyons pas, d’un monde perdu et des dangers qui nous guettent. (d’après Peter De Graeve)
Jan De wachter is een hedendaags kunstenaar die met een benijdenswaardige vastberadenheid de grenzen aftast van wat het vandaag precies betekent om als beeldend kunstenaar «iets te zeggen hebben». In een wereld waar in toenemende mate de stelregel geldt dat « esse est percipi » (Berkeley) – met enige ironie vertaald: «wie niet opvalt, is gezien» - werkt Jan De Wachter in ogenschijnlijke rust aan een œuvre dat dwars ligt, dat koppig een eigen weg zoekt tegen de comfortabele (beelden)stroom in, zich nauwelijks storend aan de geldende codes van de hippe kunstwereld. Jan De wachter bestempelen als een kunstenaar van het stilleven of de natuur, zou hem tekort doen. Zijn beeldend werk wil geen levensvormen uitdrukken die «authentiek» of «natuurlijk» zouden zijn (de kunstenaar beseft maar al te goed dat «authenticiteit» of «natuurlijkheid» vandaag voorgoed verloren zijn, en dat wij hooguit in de «nostalgie van het echte» leven). Wél is het op zoek naar de picturale expressie van de extreme verlatenheid waarin de hedendaagse mens terecht is gekomen. Het aanvoelen van deze verlatenheid in het œuvre van Jan De Wachter is extreem. Hoewel ze gevoed worden door een filosofische inspiratie (Nietzsche) en, onder meer, door de beeldtaal van Tarkovski, overstijgen zijn tekeningen, schilderijen, sculpturen en performances resoluut iedere filosofische of filmische omkadering. Ze zijn, in één woord, getuigenissen. Op een bedrieglijk «mooie» manier getuigen al zijn werken van de malaise waarin de moderne mens zich bevindt, en van de moeite die hij ondervindt om de moderniteit zowel te aanvaarden als op een veilige(r) afstand te houden. De kunstenaar is de stille getuige van gevaren die wij niet zien. Zijn kunst toont de wereld die wij achter ons lieten, maar die ons nu besluipt...Getuigenissen van de wereld «achter ons». Peter De Graeve
Eddy François °1961
Etendre le champ du regard, renouveler notre potentiel perceptif, telle est l’expérience proposée par Eddy François dans une installation consistant en une sorte de caisson sensoriel: une grande boîte dans laquelle le visiteur peut entrer pour placer sa tête dans une des demi sphères de plexiglas ouvrant la vue sur la partie supérieure du dispositif, un peu à la manière des bulles en verre des aquariums géants permettant de s’immerger dans l’univers sous-marin. Ici cependant, nulle exubérance aquatique, mais une forme de milieu prénatal peuplé d’êtres monocellulaires. Une immersion dans l’apesanteur liquide de l’état embryonnaire, à l’abri des fracas et de l’agitation de la vie actuelle. Laurent Courtens, Kunst&Zwalm 2007
Met een installatie die bestaat uit een soort ‘zintuigendoos’ wil Eddy François ons blikveld verbreden en onze perceptieve vermogens stimuleren. De bezoeker steekt zijn hoofd in een koepel van plexiglas en kan zo het bovenste gedeelte van de installatie zien - een beetje zoals men in reusachtige aquariums het hoofd in een koepel kan steken om een onderwaterwereld te beleven. In dit geval dompelen we ons echter niet onder in een weelderige waterwereld, maar in een soort prenatale ruimte die wordt bewoond door eencellige wezens. We worden opgenomen in de vloeibare gewichtloosheid van de embryonale staat, beschut tegen de gejaagdheid van het hedendaagse leven. Laurent Courtens, Kunst&Zwalm 2007